Hugo Heyrman, Dialoog met de Werkelijkheid

De artistieke beleving richt zich op twee dimensies: een plaats in de ruimte of een verloop in de tijd. Talrijk zijn de disciplines die beide overbruggen. Minder talrijk de artiesten die met één medium het andere suggereren. Hugo Heyrman heeft al heel wat watertjes doorzwommen. Zijn laatste schilderijen-reeksen kunnen echter wel onder een gemeenschappelijke noemer worden geplaatst; vasthouden van vluchtige momenten, concretisering van het etherische, beleving van een dimensie; multidisciplinaire activiteiten dus.

Vertrekkend bij het laatste schilderij, en terugblikkend naar wat voorafging, blijkt er een periode van ademende beheersing te zijn ingetreden. Aspecten uit een overweldigende natuur worden door Hugo Heyrman gezien, ondergaan en vastgehouden. Terug naar het landschap, voorbij de traditie, voorbij type-en clichévorming, tot de registratie van een uniek moment. Heyrman groeit uit het contestatie- en happening-klimaat van de zestiger jaren, een periode van grote ruimtelijke realisaties en kritische dialogen met het publiek. De tijden zijn veranderd, maar een soortgelijke geest is gebleven, met andere middelen maar even eenzaam. Heyrman ondervraagt zichzelf én de beschouwer omtrent het relatieve van een waarneming. Wanneer men dat doet, schiet men de zuiver zintuiglijke wereld voorbij, naar het metafysieke, zonder daarom noodzakelijk in de gelijknamige stijlrichting te belanden.

De thema’s die Hugo Heyrman verbeeldt, zijn eenvoudig. Het is juist deze bijna ontwapenende eenvoud die de zaak – hoe paradoxaal ook – moeilijk maakt. Men wordt gedwongen tot kijken, indringend dialogerend met de maker. Vanuit beide standpunten wordt ingespeeld op de herkenning en de herinnering, waarbij subtiele verschillen tussen observaties en ervaringen de creatieve impuls vormen. Een zakelijke beschrijving van Heyrman’s werk zou ons snel in de geëikte terminologie van het hyper-realisme doen verzeilen. Fotografisch gedachte beelduitsnijdingen, fragmenten van een simpele realiteit, de straat, een kruispunt, een trap, reflecties in een waterplas, het landschap; of meer abstract, de lucht, het water, de aarde. Een dergelijke omschrijving blijft echter zuiver formeel en weinig ter zake. Immers, de fysiek van de objecten wordt door Hugo Heyrman met een obstinate systematiek in tijd- en ruimte-dimensies geplaatst.

Concreet uitgedrukt, gaat het om vluchtige thema’s in wiskundig en optisch perspectief. De schilderstechniek heeft met foto-realisme weinig uitstaans. In detail bekeken is het vaak pure action-painting, ongemeen rijk aan picturaliteit. Maar ook dit aspect is fugitief en niet op zichzelf staand. Het krijgt pas zijn volle betekenis als verstolling van een impressieve geste. Het totale werk van Hugo Heyrman lijkt op achtereenvolgende filmbeelden; de registratie van onze stappen in de dagelijkse omgeving. Graag doet hij dit in reeksverband. Een thema wordt aangeboord en grondig uitgeput, steeds met ingebouwd tijdsverloop. Beginnend bij de naaste omgeving, de grenzen langzaam verruimend, is er een thematische verglijding van stad naar landschap. Impressionisme? realisme? romantisme? de begrippen worden confuus, en kunnen pas voorzien van een dubbele bodem worden getoetst. Veeleer is het Hugo Heyrman te doen om het vastleggen van zijn en onze plaats in het dagelijkse gebeuren. Men voelt zich geplaatst op het snijpunt van vluchtlijnen, en opgezogen naar een wereld van stilte, ergens op de horizon.


Marc Bourgeois

Kunstbeeld in Vlaanderen vandaag, Lannoo/BRD, Tielt, 1982